Vierstroom Zomer 2019

vier str oommagazine 11 Zo zelfstandig mogelijk worden: dat is het doel van Carla van Weelden (47) sinds ze in 2013 een beroerte kreeg. Ze krijgt verschillende soorten ondersteuning. “Door mijn beroerte ben ikme niet meer bewust van de linkerkant vanmijn lichaam. Mijn linker hersenhelft werkt bijvoorbeeld niet meer en mijn linkerarm is helemaal verkrampt, waardoor ik een spalkmoet dragen. Ik vergeet veel. En ik heb net als vrachtwagenchauffeurs een dode hoek aanmijn linkerkant. Soms eet ik alleen de rechterhelft vanmijn bord leeg omdat ik de linkerhelft niet registreer. Neglect heet deze aandoening. Namijn beroerte heb ik een halfjaar gerevali- deerd. Ikmoest helemaal opnieuwbeginnen: zindelijkworden, weer leren eten. Na die revali- datiewerd ik zonder zwembandjes in het diepe gegooid. Ik kwam inmijn rolstoel weer inmijn rijtjeshuis in Schoonhoven, maar dat huis was niet geschikt. Ik had zes keer per dag thuiszorg nodig en kreeg daarnaast nog veel hulp van mijn dochters. Dat was geen doen. Ik heb toen zelf besloten omnaar het seniorencomplex te verhuizen. Ik heb hier al meteen gezegd dat ik zo zelfstan- digmogelijkwil leven. Daar word ik goed bij geholpen door demedewerkers van Vierstroom Zorg Thuis. Dankzij Martha, mijn Eerst Verant- woordelijk Verzorgende (EVV), heb ik nu bijvoor- beeld eenMedido, een apparaat dat medicijnen uitgeeft en drie keer per dag een signaal geeft als het tijd is omze in te nemen. Dat helpt enorm: ik hoef daardoor niet tewachten tot de thuiszorg langskomt en hebweer een stukje vanmijn privacy terug. Sociaal contact is numoeilijk; buitenmijn familie en de bewoners enmedewerkers hier zie ik niet zoveel mensen. Ik benwel op een dagbesteding voor mensenmet een verstandelijke beperking geweest, maar daar voelde ikme toch niet helemaal thuis. Marthaweesme op het bestaan vanHersenz, een stichting voor mensenmet een niet-aangeboren hersenafwijking. Nu ga ik twee keer per week naar Gouda, daar ben ik onder leeftijdsgenoten bezigmet zowel fysieke als cognitieve training. Daar ben ik heel erg blij mee. Die cognitieve gebreken vind ikmisschienwel lastiger dan de fysieke problemen. In de super- markt weten ze gelukkig dat ik soms na het afre- kenenmijn boodschappen vergeet. Dan helpen zeme. Ik krijg hier vanuit deWet langdurige zorg ook ondersteuning bij mijn administratie. Die hulpweet precies waar ik wel en geen recht op heb, dus ook dat is prettig. Inmiddels heb ikmijnweg een beetje gevonden in de zorg, maar dat duurdewel lang. Vanmijn dochters enmoeder krijg ik veel hulp, maar ikwil hen ook niet te veel belasten. Ik wil graag een moeder zijn voor mijn dochters en een oma voor mijn kleindochter Zoë. Door de verschillende soorten hulp die ik krijg, lukt dat de laatste tijd best goed.” ‘Dankzij verschillende soorten hulp word ik steeds zelfstandiger’ ‘Inmiddels heb ik mijn weg een beetje gevonden in de zorg’ Carla van Weelden (midden) met haar dochter Denise (l) en verzorgende Martha Wegwijs in de zorg

RkJQdWJsaXNoZXIy NTc0OTk=